DE-on is de Duurzame Energie- en Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland. Sinds de oprichting in 2014 wil de stichting de energietransitie in Flevoland versnellen en helpt het initiatiefnemers in Flevoland bij de realisatie van duurzame energie- en energiebesparingsprojecten.
We gaan in gesprek met Max Oosterhuis, advocaat en partner bij Loyens & Loeff en lid van de Raad van Toezicht van DE-on over zijn rol binnen de RvT, het versnellen van de energietransitie, de hoogtepunten van DE-on én zijn visie op de energietransitie en klimaatambities van de provincie de komende jaren.
“Sinds de oprichting van DE-on bent u betrokken in de Raad van Toezicht. Kunt u meer vertellen over uw rol binnen de RvT?
Samen met Hans Schut en Gerrit Jan Zijlstra vormt Max Oosterhuis de Raad van Toezicht van DE-on.
Max: “De Duurzame Energie- en Ontwikkelingsmaatschappij is destijds door de Provincie Flevoland zelf ontwikkeld. Als Raad van Toezicht zijn wij vanuit de Provincie benaderd om als kwartiermakers te helpen de DE-on organisatie op te zetten. De leden van de RvT hebben daarin allemaal een andere achtergrond. Gerrit Jan Zijlstra heeft tientallen jaren ervaring in de energiesector, Hans Schut heeft dat in de financiële sector en ikzelf ben ruim dertig jaar advocaat op het gebied van energierecht. Zo hebben we het bedrijfsleven, ondernemerschap, bank en financiering én de juridische kant onder een dak. Deze verschillende vaktechnische disciplines zijn nodig voor het goed uit kunnen oefenen van het toezicht op de stichting. Bovendien vind ik vind het erg leuk om bij dit soort goede initiatieven betrokken te zijn.”
U bent gespecialiseerd in Europees en nationaal energierecht en bent expert in energie- en regulatoire zaken. Hoe kijkt u aan tegen initiatieven als DE-on?
“Initiatieven als DE-on zijn nodig! DE-on is niet de eerste stichting in Nederland die als provinciaal fonds is ingesteld om de verduurzaming van de energievoorziening te versnellen en te stimuleren. In dat kader hebben we het wiel niet opnieuw hoeven uitvinden, maar konden we bij de start in 2014 kijken hoe andere initiatieven zoals DE-on het aanpakken: wat is succesvol en wat werkt minder goed? Zo hebben we onder andere geleerd dat een belangrijke succesfactor ligt in het actief benaderen en betrekken van initiatiefnemers van duurzame energie. Hiermee bedoel ik dat je als stichting geen passieve speler bent, maar juist een verbindende factor in de Provincie die ideeën bij elkaar brengt waardoor je elkaar kunt versterken en projecten dus écht kunt versnellen.”
Wat maakt DE-on volgens u dan tot een succes?
“Dit ligt vooral in het verder brengen van de ideeën naar een daadwerkelijke business case, zodat een project financierbaar wordt. Die ontwikkelfunctie in combinatie met een fonds dat de helpende hand biedt bij het al dan niet doorgaan van een project, zijn de succesfactoren die we –mede op basis van ervaringen elders– bij DE-on terug zien. Er is zéker geen gebrek aan initiatieven in Flevoland. Het is in veel gevallen wel lastig om een goed initiatief verder te brengen naar een uitvoerbaar project. Een project wat ook concreet financierbaar is en waar een ondernemer de voortrekkende rol in kan nemen. We zien dat DE-on daarbij net dát zetje aan een project kan geven om het te realiseren en dat maakt de stichting tot een succes. Het gaat alleen niet vanzelf. We willen allemaal graag snel voortgang boeken, we zijn er immers om te versnellen. Toch hebben we gemerkt dat projecten lang kunnen duren. Het vraagt tijd om van een idee tot een financierbaar project te komen. Aan mij en de andere leden van de Raad van Toezicht dan ook de taak om hier de vinger aan de pols te houden en ervoor te zorgen dat er voldoende helderheid is over de projecten, zodat we daar het geld aan kunnen toevertrouwen.”
Wat is volgens u het onderscheidend vermogen van de stichting?
“Er zijn twee onderscheidende factoren. (1) DE-on is in de eerste plaats in staat gesteld door de Provincie om niet alleen een fonds te zijn, maar juist mee te helpen met het ontwikkelen van duurzame projecten en deze ‘rijp’ te maken voor financiering. Dit meehelpen ontwikkelen blijkt essentieel te zijn, omdat projecten anders bij goede ideeën en voornemens blijven steken. (2) Ook het feit dat DE-on juist in beeld komt op het moment dat het verder brengen van een project anders niet lukt, is onderscheidend te noemen in vergelijking met ‘normale’ marktpartijen. Wij maken als stichting het verschil op het moment dat een project anders niet van de grond komt en kunnen met de financiering helpen met een sluitpost wat er voor zorgt dat goede duurzame projecten daar niet op stranden. Wij hebben de armslag van de Provincie gekregen om ook de inspanning van ondersteunen van initiatieven met ontwikkelactiviteit naar de financial close van een business case te brengen.
Wij krijgen de indruk dat de projecten die met hulp van DE-on tot stand zijn gekomen, er naar alle waarschijnlijkheid zonder DE-on niet waren geweest en nu nog steeds als goed idee op de plank zouden liggen. Zo hebben wij bijvoorbeeld een pijplijn van projecten waarvan wij goede hoop hebben dat deze naar financial close en executie worden gebracht. DE-on beweegt zich in het segment van projecten die er ‘anders niet zouden komen’. Dat zijn per definitie projecten die extra inspanning vragen, omdat ze voor verduurzaming noodzakelijk en gewenst zijn, maar het commercieel gezien anders net niet redden.”
Inmiddels zijn jullie bijna vier jaar bezig: wat zijn voor u de hoogtepunten?
DE-on kan in de rollen van aanjager, regisseur, (hulp)projectontwikkelaar en financiële participant écht een versnelling teweeg brengen in de energietransitie. De afgelopen jaren heeft de stichting al veel mooie projecten mogen helpen en nog belangrijker: realiseren!
Max: “Een van de hoogtepunten na een periode van kwartiermaken is voor mij de kickoff-bijeenkomst waarbij we met een grote opkomst van partijen uit de Provincie DE-on officieel zijn gestart. Tijdens deze bijeenkomst zijn ook een aantal intentieverklaringen gesloten van partijen met wie we de projecten gingen oppakken en waarvan we er op dit moment een aantal succesvol hebben opgeleverd. Een andere hoogtepunt was het bezoek aan Groen Gas Almere, een biovergistingsinstallatie die gebouwd is en draait en met hulp van DE-on tot stand is gekomen. We mochten daar vergaderen en hebben een kijkje achter de schermen gekregen. Het maakt mij trots om te zien hoe zo’n project met hulp van DE-on is gebouwd én succesvol draait.”
Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen in de Provincie Flevoland de komende jaren? Waar moet de provincie volgens u rekening mee houden?
Flevoland loopt voorop als het gaat om duurzame energie. De Provincie staat echter wel voor een grote verandering. Daar waar zo veel mogelijk duurzame energie eerst een streven was, zijn er nu harde afspraken gemaakt om in 2050 volledig energieneutraal te zijn.
Max: “Ik denk dat de Provincie vooral energiebesparing niet moet onderschatten. Op een aantal borden wordt flink geschaakt. Zo loopt Flevoland ten opzichte van andere provincies bijvoorbeeld ver voorop met windmolens. Op dit moment werken we bij DE-on voornamelijk aan het vinden van een duurzame manier van opwekking van energie in de vorm van biogas, zonne-energie en aardwarmte. Toch heeft energiebesparing ook zeker onze aandacht. Flevoland is een vrij ‘jonge’ provincie, maar een groot gedeelte van de gebouwde omgeving is ontwikkeld in een periode waarin goede isolatie en led-verlichting nog geen prioriteit was. Wat mij betreft ligt er dus een punt van aandacht in de gebouwde omgeving. De meest duurzame vorm van energie is immers de energie die je bespaard hebt. In dat kader is besparen beter dan verbruiken en duurzaam verbruiken beter dan niet duurzaam verbruiken. Met de uitdagingen die er in de Provincie Flevoland zijn, kan DE-on als instrument een bijdrage leveren: dát is waar we met enthousiasme aan werken!”
Vragen?
Bent u op dit moment bezig met (de financiering van) uw duurzame energieproject? Heeft u vragen? Neem dan vrijblijvend contact op met Stichting DE-on. Dit kan telefonisch op 085 4000 300, of per e-mail aan info@deonflevoland.nl.